ZILVEREN BESTEK, TEGELTJES OF "DE RING VAN MéMé": KUNSTSCHATTEN VAN DE BELGISCHE ART NOUVEAU GRATIS TE ZIEN IN BRUSSEL

Het BELvue-museum in Brussel stelt zo’n 50 schitterende voorwerpen in art-nouveaustijl tentoon. Stoelen van Victor Horta, exclusieve juwelen van Philippe Wolfers, maar ook kleurrijke tegeltjes voor een minder vermogend publiek. Ze komen uit de rijke collectie van de Koning Boudewijnstichting.

Aan de enorme ramen van een halfronde gang in het BELvue-museum hangt wit textiel, bedrukt met bloemenschetsen van Philippe Wolfers. De beroemde juwelenontwerper trok vaak het groen in om flora te tekenen, dé inspiratiebron voor zijn bijous. Het licht van de binnentuin van het Koninklijk Paleis valt gefilterd op tientallen uitzonderlijke art-nouveauobjecten, stuk voor stuk met een verhaal.

De voorwerpen komen uit de collectie van de Koning Boudewijnstichting. De afgelopen twintig jaar heeft die met geld van mecenassen uitzonderlijke art-nouveaukunst aangekocht. Die is daarna ondergebracht in verschillende passende musea. Maar nu, ter gelegenheid van het art-nouveaujaar, is een 50-tal topstukken samen te zien, in een gratis expo, want dit is ons aller openbaar kunstbezit. Een buitenkansje.

“De Koning Boudewijnstichting hanteert strenge criteria,” zegt art-nouveau-expert Werner Adriaenssens van het Museum Kunst & Geschiedenis. “Schoonheid is subjectief. Het moeten niet enkele mooie objecten zijn, maar ook van historisch belang.”

Vandaar dat bij elk object in de expo een verhaal te lezen is. Alsof het voorwerp zelf aan het vertellen is gegaan. Neem nu een ovalen ring, bezet met parels en diamanten. Werner Adriaenssens trof hem als het ware toevallig aan bij de familie Wolfers, de nazaten van de beroemde juwelenontwerper.  “C’est la bague de mémé”, kreeg hij te horen. De ring uit 1899 is de enige van dit type die met zekerheid aan de beroemde architect en designer Henry van de Velde kan worden toegeschreven.

In de art nouveau is er voortdurend sprake van kruisbestuivingen tussen kunstenaars en kunstvormen. “Men wilde af van de opdeling tussen beeldende kunst en toegepaste kunst,” zegt Adriaenssens. “Schoonheid moest in alles zitten, ook in de gebruiksvoorwerpen.” Bijvoorbeeld in een beeld dat tegelijk een van de eerste elektrische lampen is, een samenwerking van juweelontwerper François Hoosemans en beeldhouwer Egide Rombaux.

Zo bestelde architect Victor Horta bij Philippe Wolfers een 350-delig (!) zilveren bestek, type “207 moderne”, met de slingerende versieringen van de art nouveau, maar ook met de initialen "VH". Slabestek, een aspergeschep, kreeft- en oestervorken en andere vreemde tafeltools inbegrepen. Het bestek raakte verspreid, maar is intussen weer compleet.

Barbarij en beschaving in Congo

Enkele opmerkelijke voorwerpen in de expo hebben met Congo te maken. Bijvoorbeeld het beeld “Beschaving en barbarij” van Philippe Wolfers, waarbij een zilveren draak en zwaan slag leveren om een ivoren slagtand met een afbeelding van een lelie. De witte zwaan stelt de beschaving voor; de zwarte draak de barbarij. "Het schokkende werk past in de ideologie van de "beschavingsmissie" die als voorwendsel dient voor de kolonisatie van Congo", voegt de bezoekersgids er anno 2023 aan toe.

Het symbolische tafelstuk was een cadeautje voor Edmond van Eetvelde, de secretaris-generaal van Congo-Vrijstaat, toen Congo het persoonlijke bezit van koning Leopold II was. “Van Eetvelde wilde de art nouveau gebruiken als propaganda voor Congolese producten, gericht op Belgische zakenlui. Beeldhouwers kregen bijvoorbeeld gratis ivoor om mee te werken," verduidelijkt Werner Adriaenssens. 

Chique colliers en hangers van Wolfers, sierlijke stoelen van Horta, mooi ontworpen boekcovers van Van de Velde: de eerste golf van de art nouveau richtte zich tot de happy few, de nieuwe rijken van die tijd. Maar daarna raakte de beeldtaal verspreid onder een breder publiek. Vergelijk het met de mode, zegt Werner Adriaenssens: “Het begint altijd exclusief op de catwalk, en later zie je elementen in het straatbeeld. Zo ook in de art nouveau. Bijvoorbeeld met keramiektegels in allerlei kleuren, die makkelijk geïntegreerd konden worden in een gevel of binnenshuis. Zo kon de art nouveau bij iedereen binnenkomen.” Toegepaste kunst dus. De tegels werden onder meer gemaakt in Hemiksem en geëxporteerd naar de hele wereld.

De tentoonstelling "Art nouveau. Topstukken uit de collectie van de Koning Boudewijnstichting" is te zien in het BELvue-museum naast het Koninklijk Paleis in Brussel. Gratis tot en met 7 januari 2024.

Ook het Brusselse art-nouveauhuis Maison Hannon van architect Jules Brunfaut is sinds kort open voor het publiek. Het VRT-Journaal nam een kijkje binnen: 

2023-06-06T16:21:45Z dg43tfdfdgfd